De kern heeft afgelopen vrijdag de budgettaire middelen bepaald om het voorontwerp sociaal akkoord voor de federale zorgsectoren te financieren. Het gaat om 500 miljoen euro voor de lonen in de periode 2021-2022 en 100 miljoen euro voor de financiering van de kwalitatieve verbetering van de arbeidsomstandigheden.
Dit voorakkoord is het resultaat van het veelvuldig overleg met de federale regering (ministers Muylle, De Block en Clarinval) met de sociale partners van de private en publieke federale zorgsectoren over de verschillende eisenbundels die zij aan de federale regering hebben voorgelegd.
Het voorontwerp van sociaal akkoord zal door de regering worden bekrachtigd nadat alle sociale partners hebben ingestemd.
De voorbije crisisperiode heeft de noodzaak aan voldoende en kwalitatief personeel in de zorgsector nogmaals erg duidelijk gemaakt. Zonder al die hoofden en handen aan het bed van de patiënt, zonder het organiserend, logistiek, ondersteunend, … personeel, hadden we niet het hoofd kunnen bieden aan deze crisis.De oorsprong van dit gebrek aan aantrekkelijkheid van de sector heeft verschillende oorzaken:
- de lonen in de sector zijn lager dan die in de profitsector
- de werkomstandigheden zijn belastend:
- de intensiteit van het werk heeft gevolgen voor de fysieke en mentale gezondheid van de werknemers
- de moeilijke combinatie van werk en privéleven voor de werknemers in de sector (onstabiele uurroosters, te korte periodes om fysiek en mentaal te recupereren en het werk volledig te kunnen loslaten)
- het gevoel van te werken in een gevaarlijke situatie voor de patiënten en voor zichzelf
Vandaar een breed en ambitieus loopbaanpact, gedragen door sociale partners en regering. Dit pact zal verder worden uitgewerkt via CAO’s voor de private sector en Collectieve Akkoorden voor de publieke sector. Het pact bevat volgende elementen:
- Loonsverhoging (500 miljoen euro)
- De loonschalen (vastgelegd in IFIC van 2017) worden volledig toegepast aan 100% in de periode 2021-2022. Tevens wordt voorzien in harmonisering van de lonen in de private en publieke sectoren. Het budget moet het ook mogelijk maken om de nodige verbeteringen aan te brengen aan het model na evaluatie van de implementatie van de eerste fase (akkoord 2017).
- Een tripartite werkgroep moet de evolutie van de beroepen binnen de zorgsector opvolgen en de impact op het lonen monitoren.
- Erkenning van elders verworven competenties zodat meer mensen kunnen werken in de zorgsector
- Op termijn een volwaardige dertiende maand
- Kwalitatieve verbetering van de arbeidsomstandigheden (100 miljoen euro): verdere uitwerking van cao’s en collectieve akkoorden rond:
- 3 weken opeenvolgende vakantie
- Individuele vorming
- Vorming voor werknemersvertegenwoordigers
- Stabielere en betere arbeidsovereenkomsten, uurroosters
- Preventie en bestrijding burn-out
- Sociale partners kunnen nagaan hoe uitstroom kan voorkomen worden en de combinatie werk-privé te verbeteren
- Preventieve maatregelen in geval van een gezondheidscrisis
- Voorzien beschermingsmateriaal (strategische voorraden)
- Middelen voor omscholen personeel om in te zetten op ad hoc –afdelingen
- Verbeteren van de organisatie om buitensporige werkdruk en hoge intensiteit van het werk te verminderen
- Andere normen voor aantal verpleegkundigen en ander beroepsgroepen om werkbelasting te beheersen. Uitbouw van multidisciplinaire mobiel equipes om in vervanging te kunnen voorzien. Middelen van het zorgpersoneelsfonds en de bijkomende middelen van sociale Maribel (400 miljoen euro) kunnen hiervoor worden gebruikt.
- Eindeloopbaanmaatregelen
- Verhoging van tweede pensioenpijler
Massaal inzetten op vorming om bijkomende personen aan te trekken naar beroepen in de zorgsector. Middelen van het zorgpersoneelsfonds en de bijkomende middelen van sociale Maribel (400 miljoen euro) kunnen hiervoor worden gebruikt.