In totaal liggen nu 5924 coronapatiënten in onze ziekenhuizen. Het hoogte aantal ooit in de Belgische ziekenhuizen. “De druk op onze verpleegkundigen, zorgkundigen, dokters én het ondersteunend personeel is ontzettend hoog”, zegt Kamerlid Robby De Caluwé (Open Vld). In zijn antwoord op de vraag van Kamerlid De Caluwé gaf minister Vandenbroucke ook aan dat er overleg is geweest met Duitsland, dat zich openstelt voor onze patiënten mocht er een tekort aan bedden zijn in ons land. “Een mooi voorbeeld van Europese solidariteit. Het is natuurlijk een noodoplossing, maar als het echt nodig zou zijn, is het goed dat dit administratief al geregeld is”, zegt De Caluwé.
De vrees bestaat dat de maximumcapaciteit van de intensive care-bedden tegen het einde van de week bereikt is. “Er is daarvoor nu een noodplan uitgewerkt waarbij het in essentie neerkomt op het feit dat alleen de meest ernstige zieken zouden nog terecht komen op intensieve zorgen”, stelt De Caluwé.
Personeel én infrastructuur
Het ziekenhuis- en zorgpersoneel zit op de limiet van haar capaciteiten. “Ik suggereerde eerder al om studenten geneeskunde in te schakelen. Bij het UZ Gent zijn er al een aantal studenten geneeskunde die nu bijspringen in het ziekenhuis”, stelt De Caluwé.
In zijn actuele vraag aan minister van Volksgezondheid Vandenbroucke kaartte De Caluwé deze personeelsproblematiek nogmaals aan. “Het is zo dat er een nieuwe ‘tussenafdeling’ zal worden gemaakt voor covid-patiënten. Hiervoor zijn wijzigingen in de infrastructuur én de personeelsplanning nodig”, stelt De Caluwé. Minister van Volksgezondheid Vandenbroucke bevestigt die nood en stelt dat 25% van de patiënten die nu op intensive care liggen, zouden kunnen worden verplaatst naar de ‘tussenafdeling’. “Op die manier zal de intensive care ontlast worden. Mocht het dramatische scenario zich voordoen dat er geen plaats meer zou zijn in de Belgische ziekenhuizen, is het alvast goed dat minister Vandenbroucke afspraken heeft gemaakt met Duitsland. Dat is écht Europese solidariteit”, zegt De Caluwé.