Erkenning COVID-19 als beroepsziekte

Momenteel is COVID-19 al erkend als beroepsziekte voor werknemers die actief zijn in de gezondheidszorg. Deze erkenning breiden minister van Sociale Zaken De Block, minister van Ambtenarenzaken Clarinval en minister van Binnenlandse Zaken De Crem nu uit naar de werknemers tijdens de lockdown actief waren in een cruciale sector of een essentiële dienst, zoals de medewerkers van de voedingswinkels of de politieagenten. Het gaat specifiek om werknemers die geen telewerk konden verrichten of niet steeds 1,5 meter afstand konden houden door de aard van hun job.

“Tijdens de periode van lockdown hadden de werknemers die actief waren in een bedrijf in een cruciale sector of essentiële dienst een groter risico om besmet te geraken omwille van hun job dan de rest van de bevolking. Daarom heb ik advies gevraagd aan de sociale partners of een uitbreiding van het systeem van de beroepsziekten voor hen aan de orde is. Zij hebben terecht geoordeeld dat dit het geval is en ik hou er aan om hun advies uit te voeren,” licht minister van Sociale Zaken De Block toe.

Deze uitbreiding is ook van toepassing op een grote groep federale ambtenaren. “Ik ben bijzonder blij met deze erkenning“, reageert David Clarinval, Vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken. “In het federaal openbaar ambt zou het vooral gaan om politieagenten, maar ook om penitentiaire beambten, medewerkers van de civiele bescherming en douanebeambten, die tijdens de inperkingsperiode op het terrein aanwezig zijn gebleven. Dit zijn allemaal mensen die hun taken met een groot plichtsbesef hebben uitgevoerd, zelfs op het hoogtepunt van de pandemie, terwijl telewerken voor hen niet mogelijk was gezien hun specifieke taken. Het is niet meer dan eerlijk om hen bescherming te bieden in het geval ze COVID-19 opliepen tijdens het uitvoeren van hun belangrijke missies ten dienste van de gemeenschap.

Nieuwe code

Dit besluit in het kader van de bijzondere machten van de regering voegt een nieuwe code 1.404.04 toe aan de lijst van beroepsziekten. Personen met COVID-19, gediagnosticeerd door middel van een laboratoriumtest, die een duidelijk verhoogd risico lopen om besmet te worden door het virus, kunnen in aanmerking komen voor schadeloosstelling wegens beroepsziekte.

Eerder voorzag de regering op initiatief van minister De Block reeds in de uitbreiding van het systeem van beroepsziekten voor de vrijwillige brandweerlieden en ambulanciers van de hulverleningszones en de oprichting van een speciaal COVID-19 fonds voor vrijwilligers, andere vrijwillige brandweerlieden, verenigingswerkers en studenten. “Zo voorzien we een betere sociale bescherming voor wie in de vuurlinie stond tijdens de coronacrisis. In de toekomst wil ik ook een regeling beroepsziekten voorzien voor zelfstandigen. Dit past in het eenheidsstatuut dat ik wil realiseren”, zegt minister De Block.

Meer info over de modaliteiten en aanvragen kunt u binnenkort terugvinden op de website van het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s (Fedris): fedris.be

Hierbij vindt u een de lijst met cruciale sectoren/essentiële diensten:

https://werk.belgie.be/nl/themas/coronavirus/handelszaken-private-en-publieke-bedrijven-en-diensten-die-noodzakelijk-zijn

  • De handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking, zijn de volgende:
  • De wetgevende en uitvoerende machten, met al hun diensten;
  • De medische zorginstellingen, met inbegrip van de diensten voor preventieve gezondheidszorg;
  • De diensten voor zorg, opvang en bijstand voor oudere personen, voor minderjarigen, voor mindervalide personen en voor kwetsbare personen, met inbegrip van slachtoffers van intrafamiliaal en seksueel geweld;
  • De instellingen, diensten en bedrijven die verantwoordelijk zijn voor toezicht, controle en crisisbeheer voor milieuzorg en gezondheidszorg;
  • De asiel en migratiediensten met inbegrip van asielopvang en detentie in het kader van gedwongen terugkeer;
  • De integratie en inburgeringsdiensten;
  • De telecominfrastructuur en -diensten (met inbegrip van het vervangen en verkopen van telefoontoestellen, modems, simkaarten en het uitvoeren van installaties) en digitale infrastructuur;
  • De media, de journalisten en de diensten van de communicatie;
  • De diensten voor de afvalophaling en -verwerking;
  • De hulpverleningszones
  • De diensten en bedrijven voor het beheer van vervuilde gronden;
  • De diensten van private en bijzondere veiligheid;
  • De politiediensten;
  • De diensten van de medische hulpverlening en de dringende medische hulpverlening;
  • Defensie en de veiligheids- en defensie-industrie;
  • De Civiele Bescherming;
  • De inlichtingendiensten- en veiligheidsdiensten, met inbegrip van het OCAD;
  • De justitiediensten en de beroepen die daaraan verbonden zijn: justitiehuizen, magistratuur en penitentiaire instellingen, jeugdinstellingen, elektronisch toezicht, gerechtsdeskundigen, gerechtsdeurwaarders, gerechtspersoneel, vertalers-tolken, advocaten, met uitzondering van psycho-medische-sociale centra voor het herstel in het recht tot sturen.
  • De Raad van State en de administratieve rechtscolleges;
  • Het Grondwettelijk Hof
  • De internationale instellingen en diplomatieke posten;
  • De noodplannings- en crisisbeheerdiensten, met inbegrip van Brussel Preventie en Veiligheid;
  • De Algemene Administratie van douane en accijnzen;
  • De omgevingen van kinderopvang en scholen, met het oog op het organiseren van opvang, internaten, opvangtehuizen en permanente zorginstellingen;
  • De universiteiten en hogescholen;
  • De taxidiensten, de diensten van het openbaar vervoer, het spoorvervoer van personen en goederen, andere vervoersmodi van personen en goederen en logistiek, en de essentiële diensten ter ondersteuning van deze transportmodi.
  • De leveranciers en transporteurs van brandstoffen, en de leveranciers van brandhout;
  • De handelszaken en bedrijven die tussenkomen in het kader van de agro-voedselketen, dierenvoeding, de voedingsnijverheid, land- en tuinbouw, productie van meststoffen en andere essentiële grondstoffen voor de agro-voedingsindustrie en visserij;
  • Dierenartsen, inseminators voor de veeteelt en dienst van vilbeluik;
  • Diensten voor de verzorging, opvang en het asiel van dieren;
  • Dierenvervoer;
  • De bedrijven actief in het kader van de productie van persoonlijke hygiëne producten;
  • De productieketens die niet kunnen worden stilgelegd omwille van technische of veiligheidsredenen;
  • De verpakkingsindustrie verbonden aan de toegelaten activiteiten;
  • De apotheken en farmaceutische industrie;
  • De hotels;
  • De dringende pech- en herstellingsdiensten en naverkoopdiensten voor voertuigen (inclusief fietsen), alsook het ter beschikking stellen van vervangwagens;
  • De diensten die essentieel zijn voor dringende herstellingen die een veiligheids- of hygiënerisico inhouden;
  • De bedrijven actief in de sector van de schoonmaak, het onderhoud en de herstelling voor de andere cruciale sectoren en essentiële diensten;
  • De postdiensten;
  • De begrafenisondernemingen, grafdelvers en crematoria;
  • De overheidsdiensten en -infrastructuur die een rol hebben in de essentiële dienstverlening van de toegelaten categorieën;
  • De waterhuishouding;
  • De inspectie- en controlediensten;
  • De sociale secretariaten;
  • De noodcentrales en ASTRID;
  • De meteo- en weerdiensten;
  • De uitbetalingsinstellingen van sociale prestaties;
  • De energiesector (gas, elektriciteit, en olie): opbouw, productie, raffinaderij, opslag, transmissie, distributie, markt;
  • De watersector: drinkwater, zuivering, winning, distributie, en het oppompen;
  • De chemische industrie, inclusief contracting en onderhoud;
  • De productie van medische instrumenten;
  • De financiële sector: banken, elektronisch betalingsverkeer en alle diensten die hiervoor nuttig zijn, handel in effecten, financiële markinfrastructuur, buitenlandse handel, diensten die instaan voor de bevoorrading van cash geld, geldtransporten, geldverwerkers en de financiële berichtgeving tussen banken;
  • De verzekeringssector;
  • De grondstations van ruimtevaartsystemen;
  • De productie van radio-isotopen;
  • Het wetenschappelijk onderzoek van vitaal belang;
  • Het nationaal, internationaal transport en logistiek;
  • Het luchtvervoer, de luchthavens en de essentiële diensten ter ondersteuning van het luchtvervoer, de grondafhandeling, de luchthavens, de luchtvaartnavigatie en de luchtverkeersleiding en -planning;
  • De havens, maritiem vervoer, estuaire vaart, short sea shipping, goederenvervoer over water, binnenvaart en de essentiële diensten ter ondersteuning hiervan;
  • nucleaire en radiologische sector;
  • cementindustrie.