Vandaag, 17 mei, vieren we de Internationale Dag Tegen Holebifobie, Transfobie en Interseksefobie: IDAHOT! Gemeentehuizen, de Wetstraat 16 en andere overheidsgebouwen hulden zich in regenboogkleuren. Het is de dag waarop in 1990 homoseksualiteit uit de lijst van geestesziekten werd geschrapt. Elk jaar krijg ik de vraag:”Hé Robby, er zijn toch al lang gelijke rechten voor LGBTQ in ons land, waarom moeten we hier de dag van vandaag nog extra aandacht aan schenken? Maar is dat wel zo? Zijn die gelijke rechten al lang verworven?
In theorie heeft inderdaad iedereen gelijke rechten, maar in de praktijk is er nog veel werk voor de boeg. Zo is er bijvoorbeeld het Vlaams Belang, een partij die toch behoorlijk veel kiezers vertegenwoordigt. Deze partij beweert dat zij wel degelijk gelijke kansen verdedigen, maar in hun partijstatuten wordt “het traditionele gezin, waarvan de waarde maatschappelijk erkend en gewaarborgd wordt door het huwelijk tussen man en vrouw” nog altijd de eerste en belangrijkste kern van de samenleving genoemd. Daarmee zegt de partij de facto dat andere gezinsvormen ondergeschikt zijn aan deze “traditionele gezinsvorm”. Ook vandaag zijn er meerdere mandatarissen die niet accepteren dat iedereen zich uit in wat voor hen de “traditionele uiting” van seksualiteit is. Zij worden eens op de vingers getikt en in het beste geval gevraagd om een paar weken te zwijgen, maar verder gebeurt er niets.
Ondanks de mooie actie van enkele honderden priesters in Duitsland vorige week, om het homohuwelijk te zegenen, vindt ook het Vaticaan het homohuwelijk nog steeds een zonde. Net als heel wat andere geloofsvormen, zoals de Islam, waar bijvoorbeeld homokoppels niet altijd geaccepteerd worden.
Maar ook in onze eigen wetgeving is er nog heel veel werk om alle gezinsvormen gelijkwaardige rechten te geven. Vorige week was er in Evergem ophef toen de gemeente aan Bastiaan en Lars vroeg om mee een gaybrapad te openen, samen met hun kinderen. Alleen wilde diezelfde gemeente de kinderen niet inschrijven in het bevolkingsregister en weigert het de papa’s te erkennen als officiële vaders. Lars en Bastiaan zijn geen alleenstaand geval. Homokoppels zoeken vaak hun heil in het buitenland om via een draagmoederschap hun kinderwens te vervullen, omdat draagmoederschap in ons land niet wettelijk geregeld is. Ze doen dat volgens de buitenlandse regels en het kind wordt daar ook geregistreerd met hun beiden als officiële ouders. Maar in ons land begint dan de lijdensweg: sommige gemeenten nemen de buitenlandse akte gewoon over, maar de meeste gemeenten eisen dat de erkenning via een familierechtbank gaat. De vaders moeten dan een adoptiecursus volgen.
Deze houding van heel wat lokale besturen is het gevolg van een juridisch vacuüm waardoor de federale overheid buitenlandse documenten die in dit kader werden opgemaakt (geboorteakte, vonnis,…), niet erkent. Zelfs als de lokale wettelijk voorziene procedure in het buitenland nauwgezet gevolgd werd en de documenten behoorlijk gelegaliseerd werden voor gebruik in België, wordt dit standpunt ingenomen. Wat in het buitenland rechtsgevolgen creëert, wordt niet automatisch erkend in de Belgische interne rechtsorde. Als een Belgische burger besluit om in het buitenland een procedure voor draagmoederschap te volgen, zelfs als dat lokaal wettelijk toegelaten is, zal de Belgische federale overheid weigeren om zijn/haar vader- of moederschap van rechtswege te erkennen en moet men dus zijn toevlucht nemen tot de familierechtbank.
Ik zal daarom een wetsvoorstel indienen om draagmoederschap ook in ons land wettelijk te regelen. We moeten duidelijke rechten en plichten vastleggen voor de draagmoeder én voor de wensouders. De wensouders zouden automatisch de wettelijke ouders moeten worden, los van de “gezinsvorm”. Het zijn deze stappen die broodnodig zijn om iedereen gelijke rechten te geven, ook in ons land. Het antwoord is dus volmondig ‘ja’, we moeten elke dag blijven werken aan gelijke rechten en kansen.
Opdat we mensen zoals Bastiaan en Lars een volwaardige ‘happy IDAHOT’ kunnen toewensen.
Robby De Caluwé is lid van het federaal parlement voor Open Vld en zetelt in de commissie gezondheid en gelijke kansen.