Dagelijks krijgen paren te horen dat hun kinderwens niet op de klassieke wijze in vervulling kan gaan. Gelukkig betekent dat niet altijd einde verhaal. Nu al kunnen zij terecht bij een fertiliteitcentrum voor een medisch begeleide voortplanting zoals in-vitrofertilisatie. Maar dat biedt niet voor iedereen een oplossing en we kunnen niet voorbijgaan aan een ‘onvervulde kinderwens’ van velen. Wat velen niet weten is dat er ook al fertiliteitcentra zijn die een draagmoederschapstraject begeleiden. In België werden de voorbije jaren zo’n 50 baby’s langs deze weg geboren zonder noemenswaardige problemen, in afwezigheid van een wettelijk kader. Toch is een wet dringend nodig omdat er zonder juridisch vangnet te veel onduidelijkheid is voor de wensouder/s, de draagmoeder en het toekomstige kind. Als liberalen schuiven we een aantal krijtlijnen naar voren.
Ten eerste moet een wet draagmoederschap de onvervulde kinderwens van élke wensouder ernstig nemen. Het kan niet dat bepaalde doelgroepen onnodig of ongewild worden uitgesloten. Ook een mannelijk homopaar en alleenstaande mannen kunnen een kinderwens hebben en voor hen is draagmoederschap de enige optie. Het zou absurd zijn om te eindigen bij een wet die in ‘theorie’ draagmoederschap toelaat voor deze wensouder/s, maar het in ‘praktijk’ onmogelijk maakt. Nochtans dreigt dit de realiteit te worden als we laagtechnologisch draagmoederschap wettelijk uitsluiten waarbij een eicel van de draagmoeder wordt gebruikt. Wensvaders moeten dan op zoek naar een draagmoeder én een eiceldonor. Een onmogelijke zoektocht die hen zal dwingen tot draagmoederschap buiten het wettelijke kader, en dat is nu net wat we met een wet willen vermijden.
Een wet mag ten tweede ook niet te veel voorwaarden zoals leeftijdsgrens, volbrachte kinderwens, burgerlijke staat… en zelfs genetische band opleggen aan wensouders en draagmoeder. Voor ons zijn enkel volgende criteria van belang om beroep te kunnen doen op draagmoederschap: enkel wie fysiek niet in de mogelijkheid is zelf een kind te verwekken, zwanger te zijn of om met succes een zwangerschap te voldragen.
Belangrijk is de begeleidende rol van een fertiliteitscentrum dat als ‘Centrum Medisch Begeleide Voortplanting’ (CMBV) expertise heeft in draagmoederschap en als ‘gatekeeper’ het hele proces bewaakt. Het CMBV zal na een screening (medisch, juridisch en psychologisch) groen licht moeten geven voor een draagmoederschapstraject. Een draagmoederschapsovereenkomst tussen de twee partijen, ook onder begeleiding van het CMBV, zal de onderlinge afspraken vastleggen. De draagmoeder doet het uit altruïsme, wat niet wil zeggen dat een kostenvergoeding uitgesloten is.
Elke andere vorm van draagmoederschap die zich buiten dit wettelijk kader voltrekt, zal niet kunnen genieten van de voordelen van deze wet. Indien het gaat over puur commercieel en economisch draagmoederschap -een vorm van mensenhandel- dan valt dit onder het nu al bestaande strafrecht. Het is niet aan de wet draagmoederschap om hiervoor bijkomende strafmaatregelen op te nemen.
Uit de getuigenissen van draagmoeders en wensouders in de reeks ‘Draagmoeders’ op één, blijkt dat er een wet moet komen, een wet die zekerheid biedt. Nu berust alles op vertrouwen. Enerzijds zijn wensouders niet zeker of de draagmoeder het kindje wel zal afstaan. Anderzijds, zo getuigde Lies, een draagmoeder, is er ook voor haar onzekerheid: “Wat als de wensouders het kindje niet willen? Wij hebben drie kinderen, onze kinderwens is afgesloten. Ik draag dit kindje niet voor mezelf, ik draag het voor Elke en Dries.” Daarom vindt Open Vld dat het duidelijk moet zijn wie de juridische ouders zullen zijn. Elke vorm van bedenktijd voor de draagmoeder of een ingekorte adoptieregeling -zoals anderen voorstellen- is in ieders nadeel zeker ook in het nadeel van het kind dat recht heeft op ouders van bij de geboorte. “Eender welke vrouw die erover nadenkt draagmoeder te zijn en die eraan twijfelt, mag er niet aan beginnen. Niet voor zichzelf maar zeker ook niet voor de wensouders.” zegt Lies. Een bedenktijd voor de draagmoeder, hoe kort ook, zal met zich meebrengen dat een vrouw die twijfelt er misschien toch aan begint met in het achterhoofd dat ‘ze zich nog altijd kan bedenken’. “Als je een kind draagt voor een ander dan is dat toch anders, er is een andere hechting.” verduidelijkt Peter, de partner van Lies. Alleen als er zekerheid is op ouderschap, zullen ook de wensouders van de zwangerschap kunnen genieten, vanaf het moment dat hún kindje in de buik van een ander groeit. Voor ons komt het ouderschap dan ook vanaf de geboorte aan de wensouders toe. Zonder hun kinderwens zou er geen kind zijn en zou er geen draagmoeder zijn die zwanger werd.
Er is al jaren sprake van een wetgevend kader voor draagmoederschap. Al te vaak verzanden initiatieven en daarbij worden steevast de meest schrijnende gevallen uit het verleden in binnen- en buitenland aangehaald. Dat schept een negatieve sfeer terwijl draagmoederschap een mooie oplossing kan bieden voor veel mensen. Open Vld pleit voor een liberale wet die vertrouwen en rechtszekerheid biedt aan iedereen, wensouders, draagmoeder en bovenal ook aan het kind en dit van bij diens geboorte. Een wet die ook een medisch kader voorziet en een garantie biedt op een vlot traject met heldere afspraken. Kortom, een wet die luistert naar wat de experten in de medische en juridische sector al jarenlang vragen en mét hen tot stand komt.
Robby De Caluwé