Open Vld staat nog altijd achter het principe van onbelast te kunnen bijverdienen in het kader van verenigingswerk. We zijn ook de bedenkers van dit systeem. Maar het Grondwettelijk Hof heeft dit vernietigd. Op geen enkele manier kunnen we terug naar een volledig onbelaste regeling. Dat is fictie en populistisch van N-VA om dit te verkondigen.
Er is dus snel een nieuwe regeling nodig. Want als er niets gebeurt, betalen verenigingen en verenigingswerkers vanaf 2021 ‘de volle pot’ belastingen en sociale bijdragen. Dat is voor ons geen optie omdat de aard en omvang van hun werk niet strookt of concurreert met reguliere arbeid.
Open Vld werkte een voorstel uit waarbij de vereniging 10% bijdragen zou betalen op de vergoeding. Uit juridisch advies van de Raad van State bleek dat ook 10% belasting door de verenigingswerker nodig zou zijn om te vermijden dat het Grondwettelijk Hof de regeling opnieuw zou vernietigen. Zo’n nieuwe vernietiging brengt ons terug bij af en dat moeten we vermijden.
Conclusie is dat we nu een pragmatische oplossing hebben waarbij bijdrages worden betaald die stukken lager liggen dan in het geval van een ‘no deal’ zonder oplossing.
Deze regeling zal binnen het jaar worden geëvalueerd. We blijven dit dus nauwgezet opvolgen in ieders belang. Open Vld blijft aan de kant staan van de verenigingen en verenigingswerkers. Zij verdienen een goede, zo laag mogelijk belaste en juridisch zekere regeling.
Vraag en antwoord
Wat is verenigingswerk?
Het zijn occasionele activiteiten in de vrije tijd van de burger in de non-profitsector die tegen een beperkte vergoeding wordt verricht ten behoeve van anderen of van de samenleving. Dit gebeurt steeds via een georganiseerd verband. Het verenigingswerk heeft ook een semiprofessioneel karakter gekregen. Denk aan vrijetijdsactiviteiten waar men steeds hogere eisen aan stelt zoals sporttrainers die talloze uren cursus, stage en bijscholing volgen om kwaliteitsvolle trainingen te geven.
Wat is het verschil met vrijwilligerswerk of professionele arbeid?
• Het gaat dus niet om vrijwilligerswerk waar de vergoeding louter ter compensatie van de gemaakte kosten dient.
• Het gaat ook niet om professionele arbeid en concurreert hier ook niet mee. Men kan de sociale en fiscale wetgeving niet zomaar toepassen op de atypische behoeften van het verenigingswerk: avond-, nacht- en weekendactiviteiten, verplichte opleidingen en examens, trainingen, wedstrijden, ….
Welke regeling was van kracht?
• Op voorstel van Open Vld werd in 2018 de regeling voor het onbelast bijverdienen ingevoerd. Wie voor minstens 4/5de werkte of gepensioneerd was, mocht tot 6.000 euro per jaar onbelast bijverdienen. Het ging om werk via deelplatformen, verenigingswerk en diensten van burger tot burger, zoals de tuin van de oudere buurman onderhouden.
• Deze regeling werd vooral ingevoerd om het verenigingswerk uit de grijze zone te halen en al deze personen en verenigingen zekerheid te geven. Dit verenigingswerk gebeurde voorheen immers vaak in het ‘zwart’ omdat er geen duidelijke regeling was en de vrijwilligersregeling niet voldeed.
Hoeveel mensen en verenigingen maken er gebruik van?
• In 2019 leverden 20.242 unieke personen prestaties in uitvoering van een
overeenkomst in het kader van verenigingswerk voor één of meerdere organisatie(s). In de periode van 1 juli 2018 tot 5 januari 2020, deden 3.633 (unieke) verenigingen een beroep op verenigingswerkers. Het gaat in 72% van de gevallen om verenigingswerkers in de sportsector. Er gebeurden sinds het ontstaan van de regeling meer dan 90.000 aangiften die verband houden met sport.
Waarom heeft het Grondwettelijk Hof deze regeling vernietigd?
• Het Hof stelde dat de regeling rond het onbelast bijverdienen het gelijkheidsbeginsel schond. Er is dus volgens het Hof een ontoelaatbare ongelijke fiscale en parafiscale behandeling ten opzichte van reguliere arbeid.
• Enkel de regeling rond het verenigingswerk en bijklussen van burger tot burger werd vernietigd. De regeling voor deelplatformen blijft geldig.
• Belangrijke gevolg uit het arrest van het Hof is dat een volledig onbelaste regeling voor verenigingswerk sowieso uitgesloten is.
Waarom is er een nieuwe regeling nodig?
• Vanaf januari 2021 bestaat de onbelaste regeling voor het verenigingswerk niet meer.
• Als er geen nieuwe regeling zou komen, dan zou het verenigingswerk moeten gebeuren middels gewone arbeidscontracten. Dat betekent dat een
vrijetijdssportcoach dan belast zou worden zoals een werknemer. De vereniging moet dan sociale bijdragen betalen van zo’n 38% en de coach zelf een belasting die inkomensafhankelijk is maar ook vlot richting 40% kan gaan.
• Dat scenario was voor Open Vld geen optie. Wij blijven gaan voor een zo laag mogelijk belaste regeling voor het verenigingswerk.
Welk voorstel legde Open Vld op tafel en wat was daar het probleem mee?
• Het reparatievoorstel van Open Vld voerde enkel een sociale bijdrage in van 10% te
betalen door de vereniging. De verenigingswerker moest geen belasting betalen.
• De Raad van State boog zich over dit voorstel en adviseerde ten stelligste om ook de verenigingswerker een lage belasting te laten betalen. Dit om te vermijden dat het Grondwettelijk Hof ook de nieuwe regeling zou vernietigen. Dan zijn we terug bij af en dat is een nog slechtere zaak voor alle betrokkenen. Er is zekerheid en stabiliteit nodig.
Welke regeling wordt nu van kracht?
• Verenigingen zullen 10% sociale bijdragen betalen en verenigingswerkers 10% heffing op hun vergoeding.
• Verenigingswerkers mogen max 500 euro per maand of 6.000 euro per jaar verdienen in dit systeem. De minimumvergoeding bedraagt 5 euro per uur(geïndexeerd bedrag). Men mag gemiddeld maximum 50 uur per maand
verenigingswerk doen, per kwartaal berekend.
• De voorwaarde om al 4/5de elders tewerkgesteld te zijn, vervalt. Ook mensen die deeltijds werken en gepensioneerden kunnen verenigingswerk doen.
• Deze regeling geldt voorlopig enkel voor de sportsector en dit omdat hier de nood het hoogst is aan een nieuw systeem. Zoals gezegd komen meer dan 70% van de gebruikers uit deze sector.
Wat met andere sectoren dan sport?
• Er is afgesproken om op korte termijn met de socio-culturele sector te bekijken of een uitbreiding naar deze sector aangewezen is. Denk aan regisseurs voor toneelopvoeringen, dirigenten van een orkest of koor die zich in een vergelijkbare context als de trainers in de sportwereld bevinden.
Waarom geldt de regeling maar voor één jaar?
•We willen deze oplossing goed kunnen evalueren, opvolgen en mogelijks aanpassen of uitbreiden.
Is Open Vld tevreden met deze regeling?
• Open Vld staat volledig aan de kant van de verenigingen en verenigingswerkers.
• Wij lagen aan de basis van de onbelaste regeling, maar na de vernietiging voor het Grondwettelijk Hof is een nieuwe onbelaste regeling onmogelijk en dus fictie. Ook al maken sommige partijen zoals N-VA de verenigingen wijs dat dit toch kan. Opnieuw een regeling invoeren zonder belastingen is de snelste weg naar een nieuwe vernietiging.
• De nieuwe regeling met lage belastingtarieven is letterlijk vele malen voordeliger dan een ‘no deal’ waarbij zowel de verenigingen als de verenigingswerkers een veelvoud aan belastingen zouden moeten betalen.
• Dit is dus een pragmatische oplossing waar we volledig achter staan, die juridisch stand zal houden en die we zullen evalueren en bijsturen waar nodig.
• Noteer ook dat N-VA in de Kamercommissie zei deze nieuwe pragmatische regeling te steunen, maar dan haar staart introk om op populistische wijze oppositie te voeren en verenigingen een rad voor te ogen te draaien. Dat is niet de manier waarop wij aan politiek doen.