De ziekenhuizen worden sinds het begin van de coronacrisis geconfronteerd met extra uitgaven, terwijl hun inkomsten onder druk kwamen te staan. De federale overheid kende de algemene ziekenhuizen eind april al een voorschot van 1 miljard euro toe, zodat ze niet in betalingsproblemen zouden komen tijdens de COVID-19-pandemie. Om de continuïteit van de zorg in de ziekenhuizen te verzekeren en liquiditeitsproblemen te voorkomen worden nu twee nieuwe voorschotten van elk 500 miljoen euro voorzien, voor de algemene én de psychiatrische ziekenhuizen.
Financiële druk
De ziekenhuizen hebben de laatste maanden heel wat extra kosten gemaakt, bijvoorbeeld voor aanpassingswerken om COVID-19-afdelingen te creëren, de aankoop van beschermingsmateriaal en de inzet van extra personeel. Daarnaast daalden de inkomsten doordat niet-dringende zorg werd uitgesteld. Een aantal kosten bleven echter doorlopen, bijvoorbeeld voor personeel, materiaal en huur.
Ondertussen hebben we de eerste piek van de epidemie achter de rug. De toekomst is echter onzeker. Het is noodzakelijk dat de ziekenhuizen hun capaciteit voor COVID-19-patiënten vrijhouden, zowel op de dienst intensieve zorgen als daarbuiten, voor een eventuele opflakkering van het virus. Bovendien heeft de epidemie nog steeds een grote impact op de normale dienstverlening van de ziekenhuizen door de uitgebreide hygiëne- en veiligheidsmaatregelen, voor patiënten en medewerkers. De COVID gerelateerde kosten blijven dus doorlopen.
Bijkomende voorschotten
Dankzij het eerste voorschot van 1 miljard euro kregen de ziekenhuizen ademruimte, maar dat zal niet volstaan. Er is daarom beslist onmiddellijk een bijkomend voorschot, van 500 miljoen euro, toe te kennen aan zowel de algemene als psychiatrische ziekenhuizen. In oktober volgt een nieuwe schijf van 500 miljoen euro. Met de voorschotten hebben de ziekenhuizen voldoende liquide middelen om hun uitgaven te bekostigen.
Definitieve berekening COVID-19-budget
De voorschotten die de federale overheid uitbetaalt, helpen de ziekenhuizen om in deze moeilijke tijden hun werk verder te zetten en hun liquiditeitsproblemen op te lossen. Voor de berekening van het definitieve extra budget gerelateerd aan COVID-19 zal er rekening worden gehouden met de effectieve meerkosten en de kosten die zijn blijven doorlopen op diensten die hun zorgen moesten uitstellen. Er is al een eerste bevraging van de algemene en psychiatrische ziekenhuizen gebeurd. De resultaten worden door de FOD Volksgezondheid verwerkt.
Daarnaast is er intensief overleg aan de gang met de ziekenhuissector om de modaliteiten en de omvang van de extra financiering te bepalen. De Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen (FRZV) levert hierover advies aan de minister. Daarnaast werkt een werkgroep bestaande uit de FRZV en de Nationale Commissie voor Artsen en Ziekenfondsen (Medicomut) aan een advies betreffende de honoraria van de zelfstandige zorgverleners, waarmee ook een deel van de ziekenhuiskosten gefinancierd wordt. De uiteindelijke financiële tussenkomst voor de ziekhuissector zal op deze adviezen geïnspireerd worden.